Een foto van de maan
Iedereen kijkt weleens naar de maan. Een volle maan is ’s nachts bij heldere hemel duidelijk te zien, en geeft ook flink wat licht af. De maan is net als de zon een hemellichaam, en het toeval wil dat de zon en de maan vanaf de aarde gezien even groot lijken. Anders dan de zon, kan je wel direct in de maan kijken en er is nog wat te zien op het oppervlak van onze natuurlijke satelliet. Een geliefd onderwerp om te fotograferen dus.
Leuker wordt het als je de maan vastlegt met in het beeld ook nog andere onderwerpen. Je kan denken aan sterren of planeten die toevallig in de buurt staan, maar dichter bij huis kan je denken aan een of meerdere takken, of de maan door een boom heen fotograferen. Hoe groot de maan eigenlijk is, zie je als hij aan de horizon staat tijdens de opkomst of de ondergang. Een grote schijf die achter de einder verdwijnt, met ervoor nog een rij huisjes, bomen of andere gebouwen, spreekt al snel tot de verbeelding. Om zo’n plaatje ook nog eens op de foto te zetten vereist al snel enige voorbereiding.
In april 2020 heb ik een foto van de roze supermaan ‘bovenop’ de Eusebiustoren in Arnhem gemaakt, en de making of wil ik hier graag toelichten.
De voorbereiding
Allereerst is het belangrijk om te weten welke fase van maan je op de foto wil zetten; is dat een volle maan, de halve maan, een dun maanstreepje etc. Als je dat weet, dan is het zaak om op te zoeken op welke data de maan in die gestalte verschijnt. In het geval van de zgn. roze supermaan was dat in de nacht van 7 op 8 april. Dit soort gegevens kan je inzien op de website van hemel.waarnemen.com.
Nu bekend is op welke datum de maan op zijn grootst is, is het zaak om te bepalen waar je het beste kan gaan staan. Daarvoor moet je eerst weten waar de maan opkomt en welk onderwerp je met de maan wil vastleggen. Het onderwerp is in mijn geval de Eusebius. Waar de maan opkomt, kun je nagaan in apps als Photopills of TPE. Ik gebruik zelf het liefst Photopills, daarin kan je op een landkaart aangeven waar je staat, en kan je zien waar de zon en de maan opkomen en ondergaan.
In eerste instantie had ik me gesitueerd op de Nelson Mandelabrug, maar omdat je daar al redelijk hoog staat, leek het me beter om een andere plek te zoeken. Het liefst wilde ik nog verder van de kerk gaan staan, omdat de maan dan groter lijkt t.o.v. de kerk (het omgekeerde is natuurlijk waar; de maan blijft even groot, maar de kerk wordt kleiner naarmate je je er verder van af verplaatst). Bovendien is het ook prettig om wat bewegingsvrijheid te hebben. Uiteindelijk vond ik een plek op 2km van de toren, ver genoeg zodat de toren in de breedte nog in de maan zou passen, optisch gezien. Ik vond een veldje in de uiterwaarden waarbij ik me naar links en rechts kon verplaatsen (handig als je een shot mist; de maan blijft doorklimmen), maar ook naar beneden de dijk af, zodat de maan ten opzichte van de toren weer zou lijken te zakken.
ik had op Google Maps de locatie opgezocht en in 3D bekeken, maar om zeker te zijn dat ik vrij zicht zou hebben (er verschijnen soms ineens hekken en gebouwen op de gekste plekken) ben ik er die middag alvast naartoe gereden op de mountainbike. Dat was maar goed ook, want zodoende kon ik meteen de juiste route vinden die ik ’s avonds ook zou gaan nemen. Vanaf toen viel er eigenlijk niets meer voor te bereiden. Er was gelukkig helder weer voorspeld; dat is wel een factor waar je je naar hebt te voegen. Want hoe goed de voorbereiding ook is, als het bewolkt is of regent, heb je gewoon pech.
De apparatuur
Ik heb al eens een blog geschreven over welke camera ik gebruik, dus daar ga ik verder niet op in. Elke camera waaraan een telelens kan worden vastgemaakt, volstaat. Mijn voorkeur gaat uit naar een spiegelreflexcamera/(D)SLR of een systeemcamera, zolang je maar lenzen kan wisselen.
Om de maan en de toren op 2km afstand nog herkenbaar in beeld te krijgen, heb je een flinke telelens nodig, of je gebruikt een extender op je tele-objectief of je kunt een telescoop gebruiken. In dat laatste geval heb je wel hulpstukken nodig om de camera met de telescoop te laten samenwerken.
Ik heb gebruik gemaakt van het Canon EF 70-200 2.8 L III IS tele-objectief. Een hele mond vol, maar van belang zijn de IS – image stabilization of beeldstabilisatie – en de 200mm. 200mm vergroting is nog best weinig, en daarom heb ik ervoor gekozen om een 2x extender tussen de camera en de lens te plaatsen, waardoor een 200mm objectief presteert als een 400mm objectief. Die verdubbeling in lengte gaat wel ten koste van het maximale diafragma: dat gaat van f/2.8 naar f/5.6. Als je een lens gebruikt met maximale opening van f/4.0, dan zou dat f/8 worden. Niet elke camera gaat daar even goed mee om. Laat je dus informeren bij een eventuele aanschaf!
De camera en de lenzen heb ik vervolgens op een statief gezet om een stabiel beeld te krijgen. Hoewel het objectief met IS is uitgerust, is er nog altijd een grote kans op bewegingsonscherpte; het dichtstbijzijnde onderwerp bevond zich 2 kilometer verderop! Daarnaast geeft het statief ook de mogelijkheid om bij wat langere sluitertijden nog scherpe beelden te leveren. Iets wat tijdens de opkomst van de maan wel van belang is. Lees in de gebruiksaanwijzing van je objectief of de beeldstabilisatie goed werkt in combinatie met een statief. Datzelfde geldt overigens ook voor de stabilisatie in je camera, mocht die daarover beschikken.
De foto
Als alles klaarstaat, is het tijd om de instellingen van de camera na te gaan. Staat de ISO goed? Is het diafragma goed ingesteld? Klopt de sluitertijd? Je hoeft echt niet perse de M-stand te gebruiken om een goede foto te kunnen maken. Het scheelt alleen wel als je alles hebt ingesteld om niet door de camera verrast te worden wanneer die ineens een lichtbron waarneemt waardoor je foto onderbelicht zou raken.
En dan is het wachten. Wachten op het moment dat de maan op komt, of zou moeten komen. Zeker als het nog licht is, is een opkomende maan moeilijk waar te nemen aan de horizon. In stedelijk gebied is er toch minder makkelijk sprake van een horizon, dus het eerste moment dat de maan zichtbaar zou moeten zijn, kan minuten verschillen met het moment dat was aangegeven. Maak alvast wat testfoto’s om zeker te weten dat je op het schermpje ziet wat je ook had verwacht. Let daarbij op compositie, licht, en scherpte.
Is het moment echter daar, dan is het zaak om je belichting nogmaals te controleren. Dat blijft een doorlopende taak in de schemering, omdat de lichtintensiteit blijft veranderen. Geleidelijk komt het licht van de maan er ook bij, al maakt dat laag aan de horizon nog weinig uit. Zodra de maan zichtbaar is, en je staat op de goede plek, kun je beginnen met foto’s maken. Zeker als je de vrijheid hebt om je te verplaatsen, maak daar dan ook gebruik van. Je kunt op die manier zelf de onderlinge posities van maan en onderwerp bepalen, om zo tot de gewenste compositie te komen.
Op een gegeven moment zul je merken dat de maan zo hoog komt, dat je onderwerp en de maan als twee losse onderdelen in de foto voorkomen. Daarbij wordt de maan ook steeds helderder, waardoor er een steeds groter contrast gaat ontstaan met de rest van het beeld. Je kan dan kiezen om je belichting op de maan aan te passen, waarmee de omgeving donkerder lijkt te worden. Je kan er ook voor kiezen om je omgeving goed uit te lichten, waardoor de maan een felle lamp lijkt te zijn. Hierbij laat ik het aan jouw creativiteit over waar je voor kiest. Het is uiteindelijk jouw foto!
Mocht je naar aanleiding van deze blog nog vragen hebben? Neem dan contact met me op. Dat kan via e-mail, Instagram of Facebook. Zie de contact-pagina voor alle details.